Ik vraag aan Wiet of hij weleens wiet heeft gerookt.
Nog nooit. Hij heeft wel een zakje in zijn kamer liggen, hij vond het eens op straat en nam het mee naar huis. Hij kijkt me ondeugend aan.
‘Laten we dat maar niet doen,’ zeg ik. Maar ik ben wel blij dat we nog een week hebben om op dit besluit terug te komen.
Advertenties